Daniel Radcliffe over zijn eerste komedie en de schaduw van Harry Potter.
Hij wist dat deze vraag zou komen. Uiteindelijk komt hij altijd, de Harry Potter-vraag. Daniel Radcliffe schiet in de lach, nog voor die daadwerkelijk is gesteld. „Blijft grappig, die excuserende inleidingen”, zegt de 25-jarige acteur geamuseerd. „Zo van: ‘weet je, ik kan me goed voorstellen hoe frustrerend het voor je moet zijn om telkens weer die vraag te krijgen die ik dus…. nú zelf ook ga stellen’.”
Radcliffe kan er wel om lachen, maar makkelijk vindt hij het niet. Sinds de Harry Potter-serie drie jaar geleden is gestopt, probeert de Brit te bewijzen dat hij meer is dan Harry Potter. Geen tovenaarsleerling, maar een acteur. Vooralsnog met wisselend succes. Zijn spel wordt geprezen, maar succes heeft hij tot dusver alleen met films die dichtbij het magische rijk blijven, zoals de victoriaanse horrorfilm The Woman in Black. Hij is nog lang niet bevrijd van de rol die hij vanaf zijn elfde tien jaar lang heeft gespeeld.
Dat blijkt ook in Amsterdam, waar hij op een zonnig terras aan de waterkant de pers te woord staat over zijn nieuwe film What If, een romantische komedie. Vragen over Harry beantwoordt hij vriendelijk, maar met weinig woorden.
Nee, het is nooit in hem opgekomen dat het voor dit genre misschien te vroeg is: What if doet het matig in de Verenigde Staten. Omdat het publiek hem nog altijd ziet als de kleine jongen met het brilletje? „Ik laat mijn carrière niet bepalen door wat anderen al dan niet van me verwachten. Ik ben oud genoeg voor een romantische komedie, dus als ik daar zin in heb, dan doe ik dat gewoon. En weet je wat? Ik vond het geweldig.”
...
Rétablir l'original