Yasmin Polat

Host | Moderatorin | Autorin

8 Abos und 3 Abonnenten
Artikel

'Het kerkelijk systeem kraakt in z'n voegen'

De weg leidt in de stilte. Midden in de Gelderse bossen ligt aan het eind van een lange weg de afgelegen Sint Willibrordsabdij, een klooster dat toebehoort aan de orde van de Benedictijnen. Ganzen snateren, vogels kwetteren. Verder is er niets te horen, hier heerst absolute rust. Op de brievenbus, rechts naast de ingang, is een sticker geplakt. 'Geen reclame'. In de ontvangstruime rust een rood boek tegen de muur van rode bakstenen. 'Regels voor monniken', staat er in gouden letters op.

Lees verder na de advertentie

Hier leeft priester Thomas Frings sinds negen maanden. Hier bidt hij zes keer per dag, en probeert hij tussen de bedrijven door de Nederlandse taal onder de knie te krijgen. Frings komt in een grijs jasje en blauwe spijkerbroek aangelopen. "Hier kom je goed tot rust", zegt hij en glimlacht. Zijn tred is energiek, hij oogt uitgerust.

Dat was niet altijd zo. Dertig jaar lang was Frings pastoor, sinds 2009 in de stad Münster. Uiteindelijk had hij genoeg van zijn baan. Een ambt dat hij zeer graag uitoefende, zo benadrukt de 56-jarige priester. Alleen, ergens in de loop van vorig jaar ging het niet meer. Steeds minder kerkgangers, geen aanwas van jonge priesters, het verdwijnen van de maatschappelijke relevantie van de kerk - het viel Frings steeds zwaarder om zijn beroep uit te oefenen.

Frings wil niet trouwen, hij wil niet van beroep wisselen. Hij wil het alleen niet meer op deze manier

Een jaar geleden, na Pasen, stopte hij. Kort daarvoor had hij contact gehad met dit klooster in Doetinchem. "Ik vroeg hen of ze plaats voor me hadden", zegt hij. Die was er. Frings gaat zitten op een bruinlederen stoel in de bezoekerszaal. "Als ik de abt niet over de redenen van mijn vertrek uit Duitsland had verteld, dan had hij het vermoedelijk wel gelezen in de pers."

Toen hij stopte in Münster schreef Frings een uitgebreide verantwoording van die stap, die hij veelzeggend Kurskorrektur noemde. Koerswijziging. De reacties waren overweldigend. Frings kreeg honderden brieven en e-mails, vaak van mensen in vergelijkbare situaties. "Niet alleen van priesters, maar ook van tal van kerkelijk werkers en werksters." Zijn boek 'Aus, Amen, Ende?', dat begin dit jaar in Duitsland uitkwam, belandde binnen een mum van tijd op de bestsellerlijst van het Duitse weekblad Der Spiegel.

Wat het verhaal van Frings bijzonder maakt: hij wil niet trouwen, hij wil niet van beroep wisselen. Hij wil het alleen niet meer op deze manier.

Tekst loopt door onder afbeelding.

'Nog kerk'

Frings (Kleve, 1960) is, afgezien van zijn in Duitsland beroemde oudoom kardinaal Joseph Frings (1887 - 1978), die zich in de oorlog openlijk tegen de nazi's keerde, de enige geestelijke in de familie. "Mijn ouders zijn 87 en 92. Ze hadden het er wel even moeilijk mee, dat hun jongen de zekerheid van een vaste baan opzegde." Maar die vaste baan werd steeds moeilijker voor Frings.

Te vaak, vertelt hij, ging het over de 'nog kerk': de kerk kon zich 'nog' dit of dat veroorloven. "Het woordje 'nog' geeft al aan welke kant het op gaat", zegt Frings. "Wanneer ik dat nog tien, vijftien jaar zou horen, dan zou mijn complete werkzame leven hebben bestaan uit een terugtrekkende beweging. Dat wilde ik niet." Hij probeerde van alles, omarmde allerlei vernieuwingen. Niets hielp. "Ik liep het gevaar om cynisch te worden."

Twee weken later kreeg ik de melding van hun uitschrijving. Dan voel je je gewoon gebruikt

Thomas Frings

Frings vertelt over een bruidspaar dat een kerkelijk huwelijk wenste. Bij de huwelijksvoltrekking legden ze de gelofte af kerkelijk actief te zijn en vanuit het christelijk geloof te leven, terwijl ze het uitschrijvingsformulier van de kerk al hadden aangevraagd. "Zij hebben de kerk openlijk bedrogen op hun huwelijksdag." Frings stem beeft. "Twee weken later kreeg ik de melding van hun uitschrijving." Frings heeft tal van dit soort voorbeelden. "Dan voel je je gewoon gebruikt."

Volkskerk

Toch waren het niet dit soort persoonlijke teleurstellingen die Frings deden besluiten te vertrekken. "Het hele kerkelijke systeem kraakt in zijn voegen", zegt hij. "Beide kanten, zowel de kerk als degenen die naar de kerk gaan, lijken helemaal niet te willen veranderen. Mensen eisen dat er een religieuze traditie blijft bestaan, waar ze in hun dagelijks leven amper vorm aan geven. De kennis over het geloof smelt als sneeuw voor de zon. Maar is de zoektocht naar zingeving ook afgenomen? Waarom richten zich in die zoektocht zo weinig zoekenden tot de kerk?"

Vraag en aanbod komen niet meer overeen, stelt Frings. Stellig, als een verkoper: "We spelen volkskerk, we doen alsof het er allemaal nog is, het lijkt wel een soort reservaat. De werkelijkheid is heel anders."

Aan die werkelijkheid moet de kerk zich aanpassen, vindt Frings. In zijn boek stelt hij een alternatief voor: de Entscheidungsgemeinde, een woord dat Frings zelf bedacht heeft, en dat zich misschien het beste laat vertalen als 'keuzegemeenschap'. Hij legt uit dat in zijn visie iedereen welkom is om mee te doen, zelfs de doop is geen voorwaarde. Vieringen hebben nieuwe vormen nodig, denkt hij: op de huidige vieringen komt negentig procent van de gelovigen immers toch niet meer af.

We spelen volkskerk, we doen alsof het er allemaal nog is, het lijkt wel een soort reservaat

Thomas Frings

"Hou bijvoorbeeld een spiritueel weekend, eens per jaar. En ik zeg het je eerlijk: ook kinderen van wie de ouders openlijk zeggen dat ze hen niet christelijk gaan opvoeden, zouden we moeten dopen." Dat zijn manieren om mensen nieuwsgierig te maken, denkt Frings. "Hoe meer ze willen, des te meer de kerk van ze vraagt. Op die manier kan het verlangen naar het evangelie weer gewekt worden."

Volgens Frings is zijn idee eenvoudig uit te voeren. "Het enige wat we nodig hebben is een groep mensen die zegt: we willen een nieuwe gemeenschap vormen en iedereen mag meedoen. Iedereen krijgt zoveel als hij wil en dragen kan."

Het idee voor deze vrije vorm kreeg hij bij een bezoek aan de Amsterdamse Dominicuskerk aan het Spui, een oecumenische geloofsgemeenschap die geïnspireerd is door de oud-priester Huub Oosterhuis. "Daar is 's zondags geen parkeerplaats meer te vinden. Er hangt een waanzinnig goede sfeer."

Tekst loopt door onder afbeelding. Weemoed

Hij heeft gemengde gevoelens over zijn besluit om de Duitse kerk te verlaten, vertelt hij. "Enerzijds ben ik blij. Ik ben weg uit het systeem, ik ben volledig vrij." Maar er is ook weemoed, over wat hij opgegeven heeft. Want veel was goed. "De vieringen, samenwerken met de andere mensen in de kerk. Dat mis ik."

Frings beschouwt zich als een 'realistische evolutionair, die in de kerk gelooft'. Ook hier in het klooster in Doetinchem volgt hij de kerkelijke ontwikkelingen op de voet. "Het is nog altijd mijn kerk. Ik blijf me verantwoordelijk voelen." Toen hij negen maanden geleden in het klooster belandde, ontdekte hij tot zijn verrassing dat op hetzelfde moment twee Nederlandse pastoors dezelfde weg bewandelden.

Een ding weet ik wel: niemand zet zo'n stap omdat het zo goed bevalt in de kerk

Thomas Frings

Frings legt De Gelderlander op tafel: er staat een bericht in over de Gelderse pastoor Peter Ambting. Ook hij wil het klooster in, in de Verenigde Staten. "De situatie is voor elke pastoor anders. Maar een ding weet ik wel: niemand zet zo'n stap omdat het zo goed bevalt in de kerk."

Frings voelt zich thuis in Doetinchem, ver weg van alles. De beslissing om hier naartoe te gaan was voor hem de beste. Toch weet Frings nog niet of hij blijft. Over ongeveer een jaar wil hij weer naar buiten. "Naar een plaats waar ik als ambassadeur van het evangelie op de juist plaats ben." Priester wil hij blijven. Ook een terugkeer naar een parochie sluit hij niet uit. "Maar dan doe ik het wel helemaal anders."

Yasmin Polat is journalist voor onder meer Der Tagesspiegel, een dagblad uit Berlijn. Ze neemt deel aan de Duits-Nederlandse journalistenuitwisseling en is nu tijdelijk werkzaam op de redactie van Trouw.

Trouw.nl is vernieuwd. Ter kennismaking mag u nu gratis onze artikelen lezen.

Zum Original