Hebben vrijmetselaars nou echt de sleutel tot de wereldmacht? Dat valt tegen, maar een mysterieuze club blijft het. Een bezoek aan de plek waar wordt gebouwd aan de ‘tempel der mensheid’
Pascal Gijswijt (48) vond het maar raar toen haar moeder lid werd van de vrijmetselarij. Ook nu, ruim dertien jaar later, maakt ze er nog grapjes over. „Mama zit bij een sekte", zegt ze dan. „Maar ik wil toch een keer van dichtbij beleven waar mijn moeder onderdeel van uitmaakt." Daarom bezoekt ze op deze woensdagavond de open avond van Loge 1001 in Amstelveen, de Amsterdamse loge van de Internationale Orde der Gemengde Vrijmetselarij 'Le Droit Humain'.
Met een kopje koffie zit ze in de zogeheten voorhof, een sober ingerichte ruimte waar zo'n twintig elegant geklede mensen tussen de 30 en 80 jaar op rustige toon staan te praten. Af en toe pakt iemand een chocoladekoekje. De zeven 'nieuwelingen' kijken nieuwsgierig in het rond, maar behalve een met symbolen versierde klok wijst nauwelijks iets op de mysterieuze club, die in de thrillers van Dan Brown de sleutel bezit tot de bron van onmetelijke kennis en absolute wereldmacht.
Sinds in 1734 de eerste vrijmetselaarsorde in Nederland werd opgericht, is de vereniging omgeven met geheimzinnigheid. De oorsprong van de vrijmetselaars ligt volgens de vereniging bij de middeleeuwse bouwgilden met hun hiërarchische structuur van leerling, gezel en meester. De ambachtsgilden kenden een strikt beroepsgeheim en waren alleen toegankelijk voor ingewijden. De bouwsymboliek, zoals de passer en de winkelhaak, spelen nog altijd een belangrijke rol in de broederschap.
Zum Original